donderdag 24 oktober 2013

Toezicht op aanbieders van financiële producten


Voorwoord TMA Consultancy:
Zo’n beetje heel serieus adviserend Nederland reageert verheugd op het onderstaande artikel en het proefschrift van Janko Gorter, DNB-econoom. Dat deze materie al langer bekend is in de branche doet hier niets aan af, eindelijk is er een econoom die op een onderbouwde manier de overheid wakker schudt. Nu nog hopen dat de overheid hier ook daadwerkelijk iets mee gaat doen en het toezicht op de aanbieders van producten (banken en verzekeraars) gaat intensiveren.

Met vriendelijke groet,

Patrick Betman
_________________________________________________________________

‘Meer toezicht nodig op direct advies’

 

De positieve invloed van het provisieverbod op de advieskwaliteit is twijfelachtig. Extra toezicht op direct advies door financiële instellingen in landen met een provisieverbod is nodig. Dat zegt DNB-econoom Janko Gorter in zijn proefschrift dat hij vandaag verdedigt aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Gorter laat met behulp van een micro-economisch model zien dat een provisieverbod het aantrekkelijk maakt voor verzekeraars om gelijktijdig twee advieskanalen te bestieren: een intermediair kanaal en een direct kanaal. "Het intermediaire kanaal is aantrekkelijk voor alerte klanten die de prikkels achter advies volledig doorgronden. Omdat deze klanten de intermediair rechtstreeks belonen voor advies, is de advieskwaliteit optimaal. Klanten met minder oog voor adviesprikkels geven echter de voorkeur aan direct advies", aldus de promovendus.

Omzeilen
Verzekeraars kunnen de tussenpersoon omzeilen door direct advies te geven aan klanten. "Dergelijk gedrag van verkopers ligt zelfs voor de hand bij consumenten die zich onvoldoende bewust zijn van de financiële prikkels achter financieel advies", aldus Gorter. Hij pleit voor extra toezicht op direct advies door financiële instellingen in landen met een provisieverbod, zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk. "De hiervoor benodigde capaciteit kan mogelijk (deels) worden uitgespaard bij het gedragstoezicht op tussenpersonen", beveelt Gorter aan.

Onderzoek
Gorter verrichtte zijn onderzoek bij De Nederlandsche Bank en de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de RUG. Een van zijn promotoren is DNB-president Klaas Knot.

donderdag 12 september 2013

Voorwoord TMA Consultancy

Beste relatie,

Hieronder kunt u de uitkomsten (samenvatting) lezen van een onderzoek van TNS NIPO (in opdracht van Reaal Verzekeringen) over de financiële gevolgen van het overlijden van de partner.

Relaties van TMA Consultancy die eerder een hypotheek hebben afgesloten of een financiële planning hebben laten maken, zijn volledig op te hoogte van de financiële gevolgen. Deze zijn uitgebreid aan de orde geweest.

De praktijk wijst uit dat geen enkele situatie gelijk is. En als er oplossingen noodzakelijk zijn, dan is dat altijd maatwerk.

Bijna niets in de financiële wereld is meer zeker en het zal u niet ontgaan zijn dat met name de sociale wetgeving constant aan verandering onderhevig is. Ook de pensioenen zijn al tijden een punt van aandacht. Van belang is dan ook een financiële planning regelmatig te updaten om alles weer te toetsen aan de huidige omstandigheden.

Steeds meer relaties gaan inmiddels over tot het afsluiten van een financieel planningsabonnement. Meer informatie daarover kunt u vinden op mijn website www.mijnfinancieleplanning.nl
Uiteraard kunt u ook rechtstreeks contact met mij opnemen voor een toelichting.

Met vriendelijke groet,

Patrick Betman

____________________________________________________________________________

Nederlanders matig voorbereid op gevolgen overlijden partner
9 september 2013  | redacteur Leven | Algemeen

'Overlijden van de partner kan grote financiële gevolgen hebben’, aldus Bart Janknegt, directeur van REAAL. Toch zijn Nederlandse stellen matig voorbereid op deze financiële gevolgen, zo blijkt uit onderzoek van TNS NIPO* in opdracht van REAAL. Slechts een kwart van de stellen heeft namelijk daadwerkelijk voorzieningen getroffen in het geval van overlijden.

Middelgrote financiële problemen verwacht
Een derde van de Nederlandse stellen verwacht middelgrote financiële problemen wanneer zij of hun partner overlijdt. Zo kunnen veel mensen hun hypotheek niet meer betalen als hun partner wegvalt. De zekerheid van het behoud van het huis is bij twee derde van de ondervraagden de reden om een overlijdensrisicoverzekering daarvoor af te sluiten.

Vooral vrouwen merken financiële impact
Opvallend is dat de financiële impact van het overlijden van de partner vooral voor vrouwen lijkt te gelden. Vrouwen verwachten meer dan mannen in financiële problemen te komen als hun partner overlijdt. En andersom verwachten mannen minder financiële gevolgen bij overlijden van hun partner.

Bart Janknegt: ‘Mannen lijken er minder bewust van dat als hun partner overlijdt dit ook gevolgen voor hen heeft. Zeker als er kinderen in het spel zijn. Zij moeten dan meer dagen opvang gaan betalen of bijvoorbeeld minder gaan werken.’ Een meerderheid van de mannen (52%) geeft aan voldoende inkomen te hebben tegen een kwart van de vrouwen (27%). Mogelijk speelt hierbij mee dat een opvallend hoog percentage van de mannen (78%) nog steeds de belangrijkste kostwinner is.

* Onderzoek is verricht onder 1036 respondenten van 18 jaar en ouder met een vaste partner.

woensdag 26 juni 2013

Hypotheek via adviseur altijd goedkoper dan bij de bank


25 juni 2013

Ondanks de lagere adviestarieven is de consument die rechtstreeks een hypotheek afsluit bij de aanbieder altijd duurder uit.

De verklaring daarvoor is de combinatie van een beperkt aanbod van overlijdensrisicoverzekeringen en de hoogte van de rentepercentages. De verschillen worden groter naarmate de rentevaste periode langer wordt.

Dat blijkt uit onderzoek van MoneyView in opdracht van De Hypothekers Associatie.

De nominale verschillen in de totale hypotheeklasten tussen de goedkoopste aanbieding door het onafhankelijk intermediair en die van de grootbanken lopen uiteen van € 380,- bij een looptijd van 10 jaar en een hypotheek van € 100.000,- tot maar liefst € 41.277 bij een looptijd van 20 jaar en een hypotheek van € 400.000,-.

De ‘terugverdientermijn’ van de hogere advies- en bemiddelingskosten van het onafhankelijk intermediair bedraagt in het ‘slechtste’ geval 65 maanden. Dat is het geval bij een looptijd van 10 jaar en een hypotheek van € 100.000,-. In het ‘beste’ geval zijn de hogere advies- en bemiddelingskosten van het onafhankelijk intermediair al in twee maanden terugverdiend door de consument.

Naast de advieskosten is gekeken naar de hypotheeklasten van de geadviseerde hypotheek gedurende de looptijd. Deze zijn meegenomen vanuit de gedachte dat het onafhankelijk intermediair producten van meerdere aanbieders kan adviseren, waarbij per product (geldlening en overlijdensrisicoverzekering) de best passende en goedkoopste aanbieder kan worden geselecteerd, terwijl bij de (groot)banken vaak alleen producten van het eigen merk (of gelieerde verzekeraar) worden aangeboden.

In het onderzoek is gekeken naar de totale kosten van het hypotheekadvies en de hypotheeklasten van de geadviseerde producten. Daarbij is uitgegaan van 28 verschillende klantprofielen. Bij geen van deze 28 klantsituaties bleek dat een grootbank de goedkoopste oplossing is.

maandag 3 juni 2013

De zin en onzin van de Duitse hypotheek

Voorwoord TMA Consultancy:
De hypotheekwereld leek vorige week op zijn kop te worden gezet. Ineens stond de telefoon niet meer stil. Mensen waren op zoek naar informatie over die enorm goedkope hypotheken uit Duitsland. De droom was voor velen echter snel voorbij.

Door: Perry Feenstra, chef economieredactie RTL Nieuws

 

Grote krantenkoppen: de Duitsers komen ons goedkope hypotheken brengen. Onderzoek van RTL Nieuws toont vooral één ding aan: de berichtgeving is volstrekt overtrokken, aangejaagd door één actieve financieel adviseur. Hoog tijd voor wat uitleg van Perry Feenstra, de chef van de economieredactie van RTL Nieuws.
Er zouden volgens verschillende media zo'n 20 Duitse instellingen de strijd aangaan met 'dure' Nederlandse hypotheekverstrekkers. Samen zouden de Duitsers beschikken over 200 miljard euro voor de Nederlandse markt.

1. Gaan de Duitsers 200 miljard brengen?
Nee, dat zouden we wel willen. De Duitse banken zijn in eigen land altijd voorzichtig geweest met het verstrekken van hypotheken. Het laatste dat ze nu willen is als een gek geld gaan steken in de veel risicovollere Nederlandse huizenmarkt. Wel is het zo dat de renteopbrengsten hier hoger zijn dan in Duitsland, hypotheken zijn hier duurder. Die winstkans hebben de Duitsers al langer in het vizier. Maar ze zullen zich alleen richten op de heel veilige hypotheken.

2. Maar er wordt nu toch gesproken over een grote deal met grote Duitse banken?
Dat is het verhaal dat een financieel adviseur uit Deventer overal vertelt. Hij zou zaken doen met een Nederlandse financieel deskundige die al langer actief is met Duits hypotheekgeld. Deze deskundige, Die RTL gisteren sprak, geeft ook lezingen over de mogelijkheden met het Duitse geld. Samen met andere adviseurs besloten ze het idee om Duits geld naar Nederland te brengen verder te ontwikkelen. Inmiddels heeft zij inderdaad contacten met grote banken, maar ze benadrukken dat de deal nog niet rond is. Voorlopig zou het bovendien om relatief kleine bedragen gaan.

3. Hoe komt het dat Duitse banken goedkoper hypotheken kunnen aanbieden?
Dat komt omdat de Duitsers zelf veel voorzichtiger zijn geweest met hun hypotheken. In Duitsland vinden ze het heel vreemd dat we jarenlang hypotheken hebben verstrekt die opliepen tot meer dan de aankoopwaarde van het huis. Een keukentje erbij, badkamertje verbouwen; we stopten het allemaal in de hypotheek. Gevolg is dat onze Nederlandse hypotheekschuld hoger is dan wat we met zijn allen aan spaargeld hebben. Om een nieuwe hypotheek te kunnen verschaffen, moeten onze banken daarom in het buitenland naar geld op zoek. Dat is vrij duur en dus betalen wij een hogere rente.

In Duitsland is het altijd de norm geweest dat je een flink deel spaarde vóórdat je een huis koopt. Resultaat is dat ze daar meer spaargeld hebben dan dat ze uit hebben staan aan hypotheken. Ze hebben geld over. Dat kunnen ze hier in Nederland inzetten. Zelfs als ze hier meer rente vragen dan ze in Duitsland doen, zijn ze nog goedkoper dan de Nederlandse banken. Dat kan zomaar een kwart schelen.
4. Mooi, doe mij zo’n hypotheek

Reken je niet te snel rijk. Nogmaals: de Duitsers komen hier om de krenten uit de pap te pikken. Een financieel deskundige die de contacten onderhoudt met de Duitse banken, benadrukt bovendien dat het uitgangspunt van de Duitse banken is om niet meer te financieren dan 70 procent. Slechts in een enkel geval zal financiering van een bedrag tot 100 procent van de aankoopwaarde getolereerd worden. En nog één ding: Duitsers eisen een solide inkomen: alleen een vaste baan is goed genoeg.

vrijdag 31 mei 2013

Overheidsbeleid maakt consument ‘financieel bewusteloos’


Het Platform Wijzer in geldzaken waarschuwt dat mensen door onduidelijke en grote hoeveelheden informatie ‘financieel bewusteloos' kunnen raken. Voor 1 op de 5 mensen levert het regelen van de financiën nu al regelmatig stress en onrust op, zo blijkt uit onderzoek van het platform.

De steekproef onder ruim 500 Nederlanders tussen de 18 en 80 jaar maakt duidelijk dat ruim 40 % van de respondenten vindt dat er steeds meer van hen verwacht wordt als het gaat om het regelen van de persoonlijke financiën. "Ze worden overspoeld met post en e-mails en vinden de inhoud regelmatig zo ingewikkeld dat ze aangeven dat je er bijna ‘voor gestudeerd' moet hebben." Op de vraag 'van welke organisaties ontvangt u weleens informatie via de post, e-mail of op een andere manier?' wordt de eigen bank met 87% het meest genoemd. De eigen onafhankelijk financieel-/verzekeringsadviseur staat met 28% net niet op laatste plaats. 41% geeft aan geen informatie van zijn adviseur te ontvangen en 31% van de respondenten heeft geen eigen adviseur.
Afwachtend door overheidsbeleid
Volgens Wijzer in geldzaken zijn de veranderingen op het gebied van AOW, pensioenen, de woningmarkt, kinderopvang en belastingen voor veel consumenten moeilijk in te schatten. 54% van de mensen stelt zich afwachtend op bij aangekondigde overheidsmaatregelen. Ook de berichten uit de media over de wijzigingen in overheidsmaatregelen, met daarin verwerkt de mogelijke gevolgen voor de persoonlijke financiële situatie, zetten de consument volgens het platform onvoldoende aan tot actie. "Voor het herstel van het consumentenvertrouwen is het belangrijk dat mensen inzicht en overzicht krijgen in de effecten van alle veranderingen op hun persoonlijke financiële situatie en deze effecten in actie kunnen vertalen. Uit de vragen die Wijzer in geldzaken dagelijks binnen krijgt, blijkt dat mensen zoekende zijn. Consumenten moeten overal kleine brokjes informatie vandaan halen, deze informatie is vaak moeilijk te begrijpen en niet toegesneden op de persoonlijke situatie", aldus Olaf Simonse, hoofd programmabureau Wijzer in geldzaken.

woensdag 29 mei 2013


Voorstel wijziging deposito- garantiestelsel SEW (Spaarrekening Eigen Woning)
Bron: Ruben Stam, fiscaal jurist bij Nationale Nederlanden

Maandag 27 mei 2013

Halverwege mei is het voorstel Wijzigingswet financiële markten 2014 (Wfm 2014) bij de Tweede Kamer ingediend. Een opmerkelijk onderdeel in dit wetsvoorstel betreft een maatregel over de toepassing van het depositogarantiestelsel. De Regering wil de toepassing van het depositogarantiestelsel beperken.

Wat is het depositogarantiestelsel?

Op grond van het depositogarantiestelsel keert De Nederlandsche Bank (DNB) vergoedingen uit aan de rekeninghouders van een bank in geval van faillissement (of bij betalingsonmacht of bij toepassing van de noodregeling). Normaal gesproken krijgt een rekeninghouder een vordering op de failliete boedel. Mogelijk krijgt de rekeninghouder dan maar een klein deel van zijn tegoed uitgekeerd. Op grond van het depositogarantiestelsel krijgt een rekeninghouder een vergoeding tot maximaal € 100.000. Deze regeling geldt per rekeninghouder, ongeacht het aantal rekeningen dat hij aanhoudt bij de bank (spaarrekening, betaalrekening, etc.). Evenmin is het fiscale etiket van de rekening relevant. Het depositogarantiestelsel is daarmee ook van toepassing op een levenslooprekening, een lijfrentespaarrekening, een goudenhanddrukstamrechtrekening en een spaarrekening eigen woning (SEW).

Waarom het depositogarantiestelsel?
De wetgever beoogt met het depositogarantiestelsel de kans op een 'bankrun' te verkleinen. Daarnaast voorkomt het depositogarantiestelsel dat rekeninghouders hun tegoed in rook zien opgaan.

Wijzigingswet financiële markten 2014
De Wfm 2014 gaat een wijziging aanbrengen in het huidige depositogarantiestelsel. Het is de bedoeling dat, bij wijze van hoofdregel, de garantie vervalt voor SEW's. Het saldo op de SEW wordt verrekend met de eigenwoningschuld. Dus: geen uitkering uit hoofde van het depositogarantiestelsel, maar wel – tot hetzelfde bedrag – een lagere eigenwoningschuld. De Regering voert daar een aantal redenen voor aan:

1. In de overeenkomst tussen bank en rekeninghouder is overeengekomen dat de rekeninghouder niet vrijelijk kan beschikken over het saldo op de SEW;

2. Een SEW dient voor de bank als zekerheid voor de nakoming van verplichtingen van de rekeninghouder jegens de bank, namelijk de aflossing van de hypotheekschuld;

3. De rekeninghouder van de SEW ziet zijn spaartegoed niet in rook opgaan. Het saldo op de rekening wordt namelijk verrekend met zijn hypotheekschuld.

Verrekeningsbevoegdheid
Als iemand een lening en een spaartegoed heeft lopen bij een bank en deze bank failliet gaat dan bestaat er een verrekeningsbevoegdheid.

Voorbeeld
Jeroen heeft een lening van € 10.000. Verder heeft Jeroen een spaartegoed van € 50.000. Jeroen krijgt dan van DNB op grond van het depositogarantiestelsel € 40.000 uitgekeerd. Andersom: als Jeroen een lening heeft van € 50.000 en een spaartegoed van € 10.000 keert DNB helemaal niets uit, maar worden schuld en vordering met elkaar verrekend. Jeroen houdt dan een schuld over van € 40.000 aan degene die deze schuld overneemt (waarschijnlijk een andere bank). Dit was althans de systematiek tot 30 juli 2011. DNB handelt sindsdien anders. Dit houdt verband met de inkorting van de termijn waarbinnen DNB tot uitkering van de vergoeding moet overgaan. Jeroen krijgt dus op grond van depositogarantiestelsel in bovengenoemde situaties € 50.000, respectievelijk € 10.000 uitgekeerd. Uiteraard doet dit niets af aan de schuld die Jeroen aan de bank heeft. Deze blijft 'gewoon' uitstaan.

Wat gebeurt er met de SEW bij faillissement van een bank?
Als de Wfm 2014 ongewijzigd wordt aangenomen, wordt ten aanzien van de SEW weer teruggekeerd naar de situatie van vóór 30 juli 2011. Schuld en tegoed worden met elkaar verrekend. Maar van een volledige terugkeer naar de situatie van vóór 30 juli 2011 is geen sprake. Er verandert nog wel wat meer. Niet onbelangrijk: ook in fiscale zin! In onderstaande opsomming zijn de belangrijkste punten van de voorgestelde regeling samengevat.

1. Het saldo op de SEW wordt op nul gesteld. De schuld aan de bank wordt verminderd met het saldo dat op de SEW stond (verrekening).
2. Als de schuld bij een andere bank loopt, vindt in principe ook verrekening plaats.

3. De bankklant heeft wel recht op een vergoeding uit hoofde van het depositogarantiestelsel voor andere rekeningen tot maximaal € 100.000. Het tegoed op de SEW telt daarbij niet mee.

4. Als het tegoed op de SEW hoger is dan de schuld dan heeft de rekeninghouder recht op het overschot uit hoofde van het depositogarantiestelsel.
5. Als een bank in de problemen komt kan DNB een overdrachtsplan opstellen. Dit is een plan om spaargelden en/of bezittingen en schulden van de probleembank en/of door de probleembank uitgegeven aandelen over te dragen aan een ander. Als in het overdrachtsplan is bepaald dat de SEW wordt overgenomen door een andere bank dan gaat de hieraan verbonden schuld eveneens over, tenzij in het overdrachtsplan anders is bepaald. Als zowel schuld als SEW overgaan vindt er geen verrekening plaats.

6. Door de verrekening wordt de SEW feitelijk gedeblokkeerd. Hierdoor kan het in de SEW schuil gaande rentebestanddeel in principe in de inkomstenbelastingheffing worden betrokken, namelijk als niet aan de looptijdeis (15 of 20 jaar) is voldaan. Het wetsvoorstel voorziet hierin door de looptijdeis los te laten als er verrekening plaatsvindt.
7. Door verrekening gaat de eigenwoningschuld omlaag en daarmee de hypotheekrenteaftrek. De belastingplichtige kan deze situatie ongedaan maken door elders een nieuwe lening aan te gaan en daarbij een SEW, KEW of BEW te sluiten. De lening kwalificeert dan als (bestaande) eigenwoningschuld. Het spaarproduct wordt gezien als de voortzetting van de beëindigde SEW. Het genieten van de deblokkeringsvrijstelling bij de beëindiging van de SEW wordt bij herstel van de oude situatie teruggedraaid.

Slot
Het wetsvoorstel is net ingediend. De parlementaire behandeling moet dus nog beginnen. Wij verwachten niet dat het wetsvoorstel op dit punt (ingrijpend) wordt gewijzigd. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, is het vervolgens nog maar de vraag of herstel na verrekening überhaupt wel mogelijk is. De meeste aanbieders van financiële producten bieden geen 'losse' KEW, SEW of BEW (meer) aan en dat zal in de toekomst – naar het zich laat aanzien – ook niet veranderen.